zaterdag 22 januari 2011

De eerste weken in Singapore!

Ik weet het niet meer! Ik heb echt geen idee waar de uren, de dagen en de weken blijven, maar ze vliegen om! Morgen beginnen we alweer aan week drie! En als je bedenkt dat februari maar 28 dagen heeft, hebben we nog maar iets meer dan een maand over hier in Azië!

Little India, China Town, Campus, en een Japanse delicatesse: Garnalen met hoofd en al!

Nou ja, dat is eigenlijk natuurlijk alleen maar een goed teken, want als ik terugdenk aan de dagen Colombia, die weken leken te duren, hoe verdrietig ik was als ik op mijn horloge keek en moest constateren dat het nog maar tien uur ‘s ochtend was, dan ben ik toch wel blij dat de dagen omvliegen! Alleen blijft de vraag, hoe stop ik de 1001 dingen die nog op mijn “to-do-while-in-Asia”-lijst staan nu in de maand die nog rest!?

Hollands diner in Holland Village, door mijzelf georganiseerd! : )

Eerst maar eens een kort verslag van onze bevindingen tot noch toe. Om kort te gaan, we missen Fontainebleau toch wel een boel. We missen onze vrienden daar, het Franse eten (vooral ik dan, Wouter vindt de zoetzure kip met rijst van de Chinees op de hoek verrukkelijk), de gezelligheid rondom campus en de uren durende diners op de prachtigste locaties. Begrijp me goed, we zijn allebei heel erg blij dat we hier twee maanden mogen zitten, dit allemaal mogen ervaren en we hebben het ook echt naar ons zin (zie rest verslag), maar misschien dat de Singapore-experience wel een beetje overhyped is in Frankrijk. Of misschien hebben de twaalf jaren Zuidwolde stiekem toch gewoon een beetje een boerinnetje van me gemaakt! ; )

Frangipangi's overal! Onze toren C en insecticide, ook overal...

Maar goed, Singapore dus, onze standplaats voor twee maanden. Het leven op campus verschilt niet zo veel van dat in Fontainebleau. Wel zijn er veel meer studenten (zowel de nieuwe lading die in januari is begonnen, als de studenten die de eerste vier maanden al in Singapore zaten) die we niet kennen, dus het is weer veel handen geschud, gezoen, geïntroduceer, en rode wangen wanneer je dit laatste te vaak bij dezelfde persoon doet… ; ) Wouter heeft naast twee verplichte vakken nu eindelijk zijn eerste keuzevakken mogen kiezen en geniet daar erg van. Ik doe met eentje mee; Advertising & Social Media Strategy. Het is leuk om de colleges te mogen volgen en de professor geeft ontzettend leuk les, maar tot noch toe valt de inhoud me nog een beetje tegen. Omdat ik ook niet mee kan doen met de projecten, was ik van plan mijn eigen social media project op te zetten en wel bij het Asian film archive als vrijwilligster. Maar nu we tot op heden geen spijkers met koppen hebben geslagen, de resterende tijd hier dus echt nog maar kort is, en ik een nieuw en leuker project ben begonnen (waarover zometeen meer), laat ik dat maar schieten. Zeker nu ik ook nog betrokken wil blijven bij het nieuwste project van Wouter. Voor één van zijn vakken “Idea Tournaments” waarbij er dus allerlei nieuwe starts-up worden bedacht die het tegen elkaar op moeten nemen, is Wouter bezig een nieuw bedrijfje te ontwikkelen. Het grappige is, dat ik het idee voor dit bedrijf bedacht heb, en dat het van de 658 ideeën (bedacht door allemaal slimme MBA-studenten) als beste idee werd bekroond! Hmm, had ik dan toch bedrijfskunde moeten gaan studeren...? Ik kan natuurlijk nog niet via internet vertellen wat het is, maar t.z.t. zullen jullie er meer van horen, zodra we -als het allemaal volgens plan gaat- een social media campaign lanceren!

Naast deze studentikoze activiteiten, ben ik ook nog steeds aan het werk voor de HRG, waarvoor ik momenteel een boek over het opschalen van not-for-profits en social entrepreneurships aan het samenvatten ben. Om eerlijk te zijn, is dat niet mijn favoriete onderdeel van onderzoek doen, dus ik moet me er echt toe zetten, wat met alle andere activiteiten, en een nihile ondersteuning vanuit Frankrijk wel een beetje lastig is. Toen er dus een partners-coaching-sessie werd aangeboden, heb ik deze kans direct gegrepen en ben bij de Israëlische Avital binnengestapt. Zij is personal coach voor succesvolle zakenmensen en heeft als pro-bono activiteit de taak op zich genomen INSEAD-partners uit hun misère te trekken en aan te sporen wat te gaan doen. ‘Huh’, zie ik jullie denken, ‘Mirt heeft toch een super jaar?’ Gelukkig wel, maar er zijn een heleboel partners, zeker de moeders met kinderen, die het helemaal niet zo leuk hebben. Het klinkt wel fantastisch “Een jaartje Parijs”, maar stel dat je met drie kleine koters in een dorp van niets zit, je vent tien uur per dag op campus zit en eenmaal thuis nog steeds druk is, je geen familie, en in eerste instantie ook geen vrienden om je heen hebt… Mwah, dat kan best deprimerend zijn… Maar goed, ik ging dus ook naar Avital en vertelde haar over alles wat ik doe, maar ook dat ik toch een beetje zat te drentelen met dat onderzoek en het me toch wel dwarszat dat ik niet zelf een toffe student ben, maar ‘maar een partner’. Toen Avital mij vroeg wat ik dan het liefst zou willen doen, en ik haar vertelde over hoe veel ik houd van schrijven, hoe ik droom van documentaires maken, en hoe ik genoot van de antropologische ervaring in een Chinese tempel die ik had bezocht, veranderde ik klaarblijkelijk in een geheel andere Mirte. Er was geen spiegel, maar ik kon zelf natuurlijk ook wel voelen dat ik aan het stralen was, bij de gedachte aan een carrière als documentaire-maakster. En toen Avital vervolgens vroeg, waarom ik daar dan niet gewoon mee begon, had ik geen antwoord. Want waarom eigenlijk niet?

En dus regelde ik de volgende dag een camera bij INSEAD en stond ik de dag erop, volle maan in de tiende maand van de Hindoe-kalender in de Sri Perumal tempel in Little India, om de eerste beelden van mijn eerste docu-clip voor mijn nieuwe project “Rare Jongens!” te schieten! Dit was uiteraard weer een idee van Wouter, want als ik a zeg, denkt hij al over b,c,d en e na. Heerlijk zo’n man! : ) Het idee is dus om een serie mini-documentaires te maken in het thema Rare Jongens!” (“Rare Jongens die Hindoestanen”, “Rare Jongens die MBA-studenten”, “Rare Jongens die ...”, etc.) en daarbij een ondersteunend blog met foto’s te creëren. Ik had geluk dat de Hindoestanen vorige week het Thaipusam festival vierden, welke zeker bijzondere beelden opleverde voor mijn eerste aflevering. Ik ga er nog niet te veel over vertellen, zodat jullie nieuwsgierig genoeg zijn om de docu-clip en het bijbehorende blog te gaan bekijken en lezen zodra deze af zijn, maar ik kan jullie vertellen dat het echt heel bijzonder was! En een beetje luguber, als buitenstaander dan…

Een klein voorproefje van Thaipusam dan...

We zijn trouwens ook nog een weekendje naar Kuala Lumpur geweest! Of eigenlijk anderhalve dag. Na de briljante pool-party om de nieuwe studenten welkom te heten, busten we op zaterdagochtend met een heel groepjes INSEAD-studenten in zes uur naar KL.

Een sfeer impressie van de pool party! Linksbovenin onze huisgenoot: Peter!

In de hoofdstad van Maleisië liepen we de Lonely Planet stadswandeling, die echt helemaal niet de moeite waard bleek te zijn en dansten tot in de vroege uurtjes in de Skybar waar we dit keer niet in het zwembad mochten duiken, maar wel konden genieten van het uitzicht op de mooi verlichte Petronas Towers. De volgende dag hebben Wout en ik de groep gelaten voor wat het was (groepsprocessen zijn zoooo vermoeiend) en zijn we naar de Petronas Towers gegaan voor wat heerlijke toeristen foto’s, vervolgens naar een Hindoe tempel en naar een Chinese tempel. Ik was nog nooit in een Chinese tempel geweest en voelde mij weer helemaal antropoloog. Zo’n bijzondere sfeer, nieuwe godheden, een gelovige die voor een altaar een busje stokjes schudde, er uiteindelijk één uitnam, de tekst erop las en het altaar bedankte voor zijn advies/toekomstplannen/zegeningen? Ik snapte er in ieder geval niets van, en zo hoort het ook! Door de waas van wierrook, bedacht ik me dat ik mijn studie, ondanks de geringe carrière-kansen, toch wel een verdomd rake keuze is geweest. Na een wandeling door China Town, met de beste fake Hermés tassen ooit gezien, zetten we onze tocht voort per trein. Dertien kilometer boven KL liggen namelijk de Batu Caves, een bijzonder groot Hindoe heiligdom. Hier staat het grootste beeld van Lord Murugan ter wereld, 42,7 meter hoog en naast hem gaat een 272-treden-tellende trap naar boven. Aan de top wacht een immense grot, waar Lord Murugan wordt vereerd. De hindoes dragen potten melk op hun hoofd mee naar boven, en sommige dragen zelfs hele altaren mee. Op Thaipusam gaat het hier helemaal los, maar daar konden we helaas niet bij zijn. In de grot zelf brachten de Hindoestanen hun offers en namen de zegeningen van een priester in ontvangst. Deze priester leek totaal van de wereld, wat allicht iets te doen had met de enorme ‘sigaar’ die hij aan het roken was. Na deze bijzondere trip, stapten we in KL weer op de bus, voor een raceje (4,5 uur) terug naar Singapore.

Petronas Towers, Merdeka Square en maïs op de markt!

De Chinese tempel!

Batu Caves ten noorden van KL

Aanstaande week zal in het teken staan van ‘Heart of Europe’, wat betekent Oktoberfest-diner, Biergartens op campus en een Après-ski Party! Hilarisch in deze hitte! : )

Tschüs, Mirte

Ps. Voor meer foto's verwijs ik jullie graag door naar: http://www.facebook.com/album.php?aid=106101&id=1429122752&l=f0e2648b0e

woensdag 5 januari 2011

The P2/P3 break

Zo noemden wij onze kerstvakantie dit jaar. De pauze tussen periode twee en drie van INSEAD. Hoewel deze vakantie exact vijftien dagen heeft geduurd, lijkt het alsof we maanden geleden vertrokken zijn uit Frankrijk. Frankrijk, ach het Franse platteland, waar je niets dan vogeltjes hoort als je ’s ochtends wakker wordt, en waar we twintig minuten door de witte sneeuw moesten ploeteren om warme croissantjes bij de Boulangerie te halen. Ja, dat lijkt nu wel heel ver weg!

Om dit verhaal te vertellen, zal ik waarschijnlijk 8 miljard woorden nodig hebben, dus Roderik, je moet of nu ergens naar toe gaan waar je een hele pot koffie kunt zetten (want met drie Senseo’s red je dit niet), of je moet het verhaal in een aantal stukken opdelen en niet helemaal in één keer lezen. Ik heb kopjes aangebracht om deze laatste methode voor jullie te vergemakkelijken! ; )

Op weg

Na anderhalve week tentamens, verhuisperikelen en een heerlijk midweekje pre-kerst met familie en vrienden in Nederland, vertrokken we in de vroege ochtend van eerste Kerstdag naar Singapore. Singapore Airways had zowaar kerstversiering aan boord en we hadden zelfs een kerstmenu a la carte! Nou ja, zoiets dan… ; ) Aangekomen in Singapore waren we allebei super verbaasd over de enorme hoeveelheid groen langs de kant van de weg. Dit zou best wel eens een prettige woonplaats kunnen zijn! Maar aangekomen in ons appartementencomplex Dover Parkview, maakte ons enthousiasme plaats voor rondsnuffelde neuzen en gefronste wenkbrauwen: Hoe lelijk kun je een appartement inrichten en ruik ik nou natte hond? Bovendien is een kwartier door tropische temperaturen naar campus moeten hobbelen, net iets te lang om fris en fruitig aan te komen, zijn er in de nabije omgeving welgeteld nul sites die de moeite van het bezichtigen waard zijn en trouwens; waar zijn alle onze medestudenten?

Na anderhalve dag Singapore vol tripjes naar de IKEA, de supermarkt en campus, welgeteld vier gespotte INSEAD studenten en herpakte tassen, zaten we alweer in de taxi terug naar het vliegveld. En nee, niet om terug naar huis te vliegen, maar naar Phnom Penh, Cambodja! Samen met Sophie en Moritz die we dus op straat tegen het lijf waren gelopen, en die toevallig op dezelfde vlucht zaten.

Phnom Penh

De eerste dag in Cambodja brachten we door met de hoogtepunten van de hoofdstad. Phnom Penh is een onwaarschijnlijk relaxte stad voor zijn titel ‘hoofd’, ligging in Zuid-Oost Azië en zijnde erg arm. Natuurlijk zie je de tekenen van armoede en een gewelddadig verleden, maar zowel Wouter als ik vonden het een leuke stad om rond te wandelen, zelfs na zonsondergang! Er is dan ook een hoop moois te bekijken. Zo is er het prachtige Koninlijke Paleis met al haar gouden tempels, zilveren pagoda, witte stupa’s en een negentig kilo wegende gouden Budha (met een lading diamanten eroverheen om het af te maken); het Nationale Museum in een prachtige rood pand en met een enorme collectie beelden; de Wat Phnom (=heuvel tempel) omgeven door een familie apen; nog een aantal andere Wat’s (tempels dus) en een heleboel goede initiatieven om straatkinderen, gehandicapten of landmijnslachtoffers een kans te geven in de toekomst. Daarom aten we twee keer bij restaurants van ‘Friends’, een organisatie die voormalig straatkinderen opleidt in de horeca, techniek, of beauty-aangelegenheden. Hier wilde Wout heel stoer natuurlijk de meest bizarre gerechten eten en dus zaten we samen aan de gefrituurde tarantula’s. Gezellig, lief! : )

Royal Palace &National Museum!

Gefrituurde tarantula's vooraf, boommieren als hoofdgerecht...

Maar toen kwam dag twee in Phnom Penh. De hoogtepunten hadden we gehad, we maakten ons op voor de dieptepunten van Cambodja. Maar de dieptepunten van Cambodja zijn zo ongekend diep, dat je je daar op geen enkele mogelijkheid op voor kunt bereiden. Ik zag er tegenop en terecht zou later blijken.

De Rode Khmer

Een korte introductie voor degenen die niet helemaal op de hoogte zijn, want laten we eerlijk zijn, wat leren we in Nederland nu eigenlijk over Cambodja? Natuurlijk, iedereen weet: Cambodja, Angkor Wat (uit Tomb Raider, voor de jongere generatie), de Rode Khmer, Pol Pot en de Killing Fields. Maar om eerlijk te zijn, hield mijn algemene Cambodja kennis daar ook wel zo’n beetje op, en dat terwijl ik geschiedenis nog leuk vind ook…

De Khmer is de inheemse bevolkingsgroep van Cambodja. Tussen de negende en de veertiende eeuw breidde hun rijk zich uit over delen van Thailand, Myanmar, Laos en Vietnam. Hun hoofdstad Angkor Thom had meer dan een miljoen inwoners op het moment dat Londen er nog geen 40.000 had! Een sprongetje voorwaarts in de tijd. 1953: Koning Norodom Sihanouk verklaart Cambodja onafhankelijk van Frankrijk. In 1970 pleegt minister-president Lon Nol een staatsgreep, zet de koning af en roept de Republiek Cambodja uit. Doordat hij tijdens zijn ministerschap een pro-Amerika politiek bedreef, raakt Cambodja na zijn staatsgreep, steeds meer betrokken bij de oorlog waarin buurland Vietnam verkeert. Het Noord-Vietnamese leger en de Vietcong die het pro-Amerikaanse Zuiden wil bevrijden van het kapitalisme, steunen al gauw de guerilla-groepering die in buurland Cambodja ontstaat tegen het bestuur van Lon Nol: de Rode Khmer. Van oudsher dus een communistische guerrilla beweging in het Noorden van het land waar heel veel mensen die niet in het kapitalisme geloofden, hun steun aan gaven.

Op 17 april 1975 marcheerden de Rode Khmer Phnom Penh binnen en ‘bevrijdden’ Cambodja van Lon Nol. De meeste Cambodjanen haalden hen met gejuich binnen, omdat zij dachten een beter regime onder leiding van de voormalige koning Norodom Sihanouk te krijgen. Deze euforie duurde echter maar een paar uur. Nog dezelfde dag werd de hele stad geëvacueerd naar het platteland. Hier moesten de Cambodjanen zeven dagen per week 12-14 uur per dag op collectieve rijstvelden werken, onder vreselijke omstandigheden. Oude mannen, zwangere vrouwen en jonge kinderen. Phnom Penh werd een spookstad, waar een geheim detentiecentrum werd opgericht in een voormalig schoolcomplex: S-21. Hier werden in het begin vooral leden van het oude Lon Nol regime en de intellectuele laag van de bevolking vastgehouden. Een bril dragen was overigens al ‘intelligent’ genoeg om standrechtelijk geëxecuteerd te worden. Later kwamen ook veel van spionage verdachte Rode Khmer leden in S-21 terecht. De meeste gevangenen bleven hier ongeveer één tot twee maanden, waarin zij op afschuwelijke wijzen gefolterd werden om een valse verklaring los te krijgen. Daarna werden zij afgevoerd naar Choeung Ek, één van de Killing Fields, waar zij vermoord werden.

Door mijn ogen…

Deze twee afschuwelijke plekken hebben we dus bezocht. In de S-21 gevangenis hadden we een gids die ik amper kon verstaan door haar zware accent, maar de beelden spraken natuurlijk voor zich. Voor de verhoor/martelkamers stonden de tombes van de laatste veertien slachtoffers van S-21. Hun verminkte lijken werden gevonden door een Vietnamese oorlogsfotograaf in 1979, die op de geur van rottend vlees af was gegaan. Hij heeft hun lichamen gefotografeerd, welke nu in deze verhoorkamers tentoongesteld zijn. Gelukkig was de kwaliteit erg slecht. De cellencomplexen hadden zowel grote klaslokalen/cellen waar heel veel gevangenen tegelijk vastgehouden werden, als klaslokalen waar klungelige bakstenen muurtjes in waren gemetseld om kleine cellen te genereren. Deze cellen waren 2 meter bij 80 centimeter en hadden geen deur. Wel waren ze zo gebouwd dat de uitgang uitkeek op de muur van de tegenoverliggende cel, zodat contact tussen de gevangen onmogelijk was. Bewakers (voornamelijk jongens tussen de 14-20 jaar oud) voorkwamen eventueel met bruut geweld dat er gepraat werd. Omdat de Rode Khmer zeer zorgvuldig waren in haar documentatie, zijn er ongelooflijk veel foto’s en documenten (verklaringen van gevangenen) bewaard gebleven. Hele lokalen hangen vol met portretten. Kinderen, bejaarden en moeders met baby’s. Angst en verwarring in hun ogen of misschien nog enger, een angstaanjagende, uitdrukkingsloze blik. Een nummer op hun borst gespeld, of soms zelfs met een veiligheidsspeld in de hals geprikt. Daarnaast zijn er foto’s van gemartelde lijken, schilderijen van dagelijkse (martel)praktijken, geschilderd door twee van de zeven (!) overlevenden van deze gevangenis, de martelwerktuigen zelf en bloed op de vloeren. Eén van de overlevenden zat bij de uitgang zijn verhaal te verkopen. We hebben zijn het boek gekocht. Hij overleefde deze hel ternauwernood, omdat hij portretten (van Pol Pot en andere communistische leiders) levensecht kon naschilderen. Zijn vrouw overleed echter wel in deze gevangenis of op Choeung Ek. En dat na vijf jaar lang trouwe dienst voor de Rode Khmer, waarvan zij beide dachten dat het hun levens zou verbeteren (dit was dus nog voordat de Rode Khmer zich transformeerden tot een killing machine). En hun kinderen, die volgens gebruik werden opgevoed door de staat in een kinderkamp, zijn ook nooit meer gezien. Of ze nog leven? Het zou kunnen. Vele Cambodjanen hebben tot op de dag van vandaag geen idee wie er nog wel of niet leven. Hun families zijn uit elkaar gereten en vele kinderen zijn na de val van de Rode Khmer bij andere gezinnen opgenomen omdat niemand meer wist bij wie zij hoorden.

Na ons bezoek aan de S-21 gingen we door naar Choeung Ek, één van de Killing Fields. Want waar ik dacht, dat de Killing Fields op één plek in Cambodja lagen, blijken er zo’n 20.000 massagraven door heel het land verspreidt te liggen. De schattingen van slachtoffers tijdens het Rode Khmer regime lopen dan ook van 1.7 tot 2.5 miljoen. Dat is 25% van de hele bevolking! Vandaag de dag is dan ook meer dan 50% van de bevolking jonger dan 16 jaar.

Als je niet beter zou weten, zou Choeung Ek haast vredig aan doen. Een groen gebied met bloempjes en grote, gekleurde vlinders. De informatieverstrekking was er vrij beknopt, maar dat de kuilen geen droogstaande vijvers waren, kon ik zelf ook bedenken. Het is heel bizar, onbeschrijflijk eigenlijk, om met je slippertjes over deze aarde te lopen. Doordat de graven nog zo recent zijn, komen er tijdens de moessons regelmatig botten, tanden en kledingresten bovendrijven. En daar loop je dan dus op je bijna-blote-voeten doorheen. Heel luguber. Ook de bordjes die aangaven welke lichamen/skeletten in welke massagraven gevonden waren, de beruchte boom waar de baby’tjes tegen aan geslagen werden en een bordje met ‘Please don’t walk through the mass grave’ waarbij het absoluut niet duidelijk is waar het graf begint of eindigt, maakten me dat ik misselijk werd van afschuw. Wat mensen elkaar toch wel niet aan kunnen doen.

In het midden van Choeung Ek staat tegenwoordig een mooi ontworpen Stupa, met achter glas, meer dan 5000 schedels van slachtoffers. Een vrij luguber gezicht, maar een waardiger onderkomen dan een massagraf natuurlijk. Het kleine museumpje op het terrein legt nog eens de achtergronden uit en belicht ook het Cambodja tribunaal (Extraordinary Chambers in the Courts of Cambodia). Het hoofd van de S-21 is het enige voormalig Rode Khmer lid dat is veroordeeld voor zijn daden. Pol Pot overleed in 1998 in de jungle, in de nacht nadat hij hoorde dat de Rode Khmer (die tot ver in de jaren ’90 nog actief waren in het Noordelijke deel van het land en die o.l.v. Ta Mok, één van de hogere commandanten, Pol Pot wegens wanbestuur gevangen hadden genomen in 1997) hem zouden uit leveren aan het tribunaal, officieel aan hartfalen. Allicht dat hij zelfmoord heeft gepleegd of vergiftigd is. Hoe dan ook, hij heeft zich nooit hoeven verantwoorden voor een rechter. Hoe bizar! Dat het brein achter deze onbeschrijfelijke tragedie met vrouwlief oud heeft mogen worden in de jungle. Ongelooflijk.

Jullie snappen waarschijnlijk wel, dat ik het na deze dag prima vond om Phnom Penh te verlaten. Niet dat er geen Killing Fields in de buurt van Siem Reap zijn, maar daar probeerde ik maar niet aan te denken. De avond na deze bezoeken voelde ik me echt vrij beroerd. De gruwelen van de Rode Khmer stonden me nog helder voor de geest en ik voelde me aardig ontheemd. Dit maakte dat ik me ook even best ongemakkelijk voelde over onze hele Azië-trip. Omdat de eerste indruk van Singapore natuurlijk ook niet zo geweldig was, ik dejavu’s naar de laatste dagen in Barcelona en mijn Colombia-trip kreeg, wilde ik het liefst op het eerste vliegtuig naar veilig, gezellig, kerstig Nederland. Onder moeders vleugels zeg maar! Maar gelukkig is Wouter ook heel zorgzaam en kon hij me na veel knuffels en praten geruststellen. “Het komt allemaal goed, we gaan twee hele leuke maanden tegemoet, welke morgen beginnen met een bezoek aan één van de zeven (voormalige) wereldwonderen: Angkor Wat!”

De tempels van Angkor Thom

De volgende dag busten we dus in zeven uur naar Siem Reap, een bizar toeristisch stadje ten Noord-Oosten van het Tonlé Sap meer. Er zijn hier meer dan 200 hostels, een hele straat vol restaurants met allemaal exact hetzelfde menu (“Same same”) en om de drie uitspanningen een enorm aquarium vol Dr. Fish visjes, waar je voor $2,- twintig minuten je voetjes kan laten aanknabbelen (héél gek gevoel!). In dit stadje kwamen wij direct Sophie en Moritz tegen, met wie we de meeste tijd aldaar hebben opgetrokken. Ook Maria en Sabir waren ter plaatse, en dus zaten we ’s avonds na een net gemiste zonsondergang bij één van de tempels, met zes INSEAD’ers aan tafel! Felt like home! : )

De volgende dag stapten we om half vijf op de fiets richting Angkor Wat voor wederom een Sunrisetour (eerdere Sunrisetours mislukten, in Tikal (geen zon) en in Borobodur (te laat)). Maar in Cambodja (net als in Frankrijk) doen ze niet aan straatverlichting en ook niet aan fietsverlichting, wat betekent dat je zicht ongeveer een meter is, en je dus letterlijk het ‘niets’ in fietst. Best een beetje eng, als je je bedenkt dat de stratenmakerbusiness Cambodja nog niet ontdekt heeft. Als Wouter of Moritz door een gat reed (merkbaar door de volgende geluiden: BOEM, KNAL, AUW, F*CK!) zaten Sophie en ik daar al veel te dicht achter om nog uit te wijken. Bovendien, wie weet welk ravijn er naast dat gat ligt? Hoe dan ook, om goed 05h15 zaten we zonder geschaafde knietjes op een eersterangs plek in het pikkedonker op de zon te wachten. Kom maar op! Ruim een uur later, koud geworden en met moeilijk veel pijn in onze bilpartijen, gluurde de zon dan eindelijk over de tempel heen. Maar -zie foto’s- het was het allemaal meer dan waard!

Angkor What

De tempel zelf was al indrukwekkend, maar het idee dat de hele stad Angkor Thom dus een miljoenenstad is geweest, met meerdere van dit soort gigantische tempels, was vooral heel bijzonder. Helaas waren veel tempels al behoorlijk geruïneerd. En als je het mij vraagt, zullen ze in een paar decennia, met deze aantallen toeristen, wel helemaal versleten zijn. Maar wat moet dit een fantastische stad geweest zijn! Pap, mam, mag ik een tijdsmachine voor mijn verjaardag? : )

Terrace of the Elephants & Angkor What

Steltendorp en Oud&Nieuw

Naast de tempels hebben we de omgeving ook nog per tuk tuk verkend om zo een beter beeld te krijgen van het rurale leven en hebben we een dorp op stelten bezocht, vlak bij het meer van Tonlé Sap. Dit dorp staat op zo’n zes meter hoge stelten, zodat de huizen niet overstromen in het natte seizoen wanneer het meer zich uitbreidt. Het was nu droog seizoen en dus torenden de huizen hoog boven ons uit. Een heel bijzonder gezicht. Kijk maar naar de foto’s!

Steltendorp

En natuurlijk zaten we hier ook tijdens Oud&Nieuw! Dat was ook wel een heel bijzondere ervaring! : ) Aangezien dus meer dan de helft van de Cambodjanen onder de zestien jaar is, werd er flink gefeest! En dan bedoel ik echt FLINK gefeest. De Pub Street, de straat waar alle restaurantjes aan zitten, was helemaal volgelopen met locals en toeristen. Elke zichzelf serieus nemende kroeg had zijn eigen toren van boxen gebouwd en draaiden allemaal hun eigen hits. Gevolg: Eén grote ruis aan lawaai, een uitzinnige menigte dansende mensen en één soort vuurpijlen van slechte kwaliteit die elke aap tussen die mensenmenigte af mocht schieten. Zoals sommigen van jullie weten ben ik als de dood voor vuurwerk, dus wij bleven tot kwart voor twaalf op een veilig afstandje, maar met een goed uitzicht, op het terras van ons Traditional Khmer restaurant zitten. Eerst lekker gegeten, daarna wat mojito’s en caipirinhas naar binnen gegoten en om twaalf uur gingen zelfs onze voetjes van de vloer! Maar om één uur hielden onze oren en ogen het voor gezien en na wat ‘gelukkig-nieuw-jaar-skypejes’ doken wij ons bed in.

Oud & Nieuw op slippertjes!

Wouter, Sophie en Moritz gingen de volgende dag nog naar de tweede UNESCO World Heritage Site van Cambodja, een tempel op de grens met Thailand. Ik lag ziek op bed met mijn huiskrokodil, welke nu nog steeds niet ontdekt is. Want om nu mijn bloed in Cambodja te laten testen... Nee bedankt! Wel super balen dat ik het avontuur van de andere drie heb gemist, welke door een gebied volledig bevolkt door militairen (want: de Thai claimen ook de tempel) in een pick-up truck naar de tempel reden, gefrituurde apen aangeboden kregen (oké, dit is prima om te hebben gemist), en in totaal drie prachtige tempels hebben bezocht. Vooral het idee om iets te bekijken, waar niet 8 miljoen andere toeristen zijn, stond mij wel aan. Maar ach, er waren ook geen 8 miljoen toeristen in mijn hotelkamer en wel een Harry Potter marathon, dus wat zeur ik nou..?

Al met al heeft Cambodja me echt verrast. Als je bedenkt dat de hele Rode Khmer tragedie nog maar zo kort geleden heeft plaatsgevonden, dat Cambodja dertig jaar geleden 25% van haar bevolking heeft verloren, in 1980 dus bijna geen academici, doktoren, politici, basisschooldocenten en andere toch wel heel bruikbare personen over had om het land weer op te bouwen, dan is het ongekend hoe Cambodja zich heeft weten te ontwikkelen. Natuurlijk, er heerst nog heel veel armoede. Maar op de één of andere manier lijkt iedereen druk bezig te zijn met het opbouwen van een betere toekomst. Ik heb bijvoorbeeld maar weinig bedelaars gezien, iedereen dóet wat om zijn geld te verdienen. De toeristenindustrie die pas sinds 1993 weer aangetrokken is, is onwijs ver ontwikkeld (veel beter dan Marokko bijvoorbeeld), en ook de traditionele Khmer handwerken zijn weer in opkomst. Vooral de enorme hoeveelheid aan organisaties die zich inzetten voor de minderbedeelden van de samenleving vond ik heel een heel positieve ervaring. En daarnaast zijn de Cambodjanen zelf ook gewoon ontzettend vriendelijke en relaxte mensen! Dus voor iedereen die een keer in de buurt komt: gaan!

Terug in Singapore (mét, smokkelhelden die we zijn; vier Lonely Planet-kopieën, een The North Face tas voor tien dollar en twee gekopieerde series Dexter), na een tweede IKEA-bezoek, een groene curry met Wouter’s oud-collega Matteo die hier al vier maanden studeert, een kappersbezoek, en een nieuwe krokodil (ik heb al bijna een kwartet!), zijn we nu dan weer begonnen met studeren/werken. Ik heb er zin in!

Liefs van Mirte

Ps. Voor meer foto's van deze prachtige reis, verwijs ik jullie graag door naar: http://picasaweb.google.com/mgosker/Cambodia?authkey=Gv1sRgCLiD-5SJ14jlcQ&feat=email# Als hij het niet doet, dan hoor ik het wel!

Best professioneel, al zeg ik het zelf! ; )