maandag 15 november 2010

Verloren Wonder

Lieve allemaal,

We hadden net een heerlijk Oosters vier gangen verjaardagsmenu opgesmikkeld toen Wouter gebeld werd door Merijn. Naïeveling die ik ben, nam ik vrolijk de telefoon over om me vervolgens te realiseren dat mijn grote broer slecht nieuws had. Joppe’s kindje had het niet gehaald. Al een week of twee stond ik alle dagen op met het gevoel ‘vandaag wordt mijn nieuwe nichtje geboren’. Dat er nog iets mis zou kunnen gaan, daar had ik nooit aan gedacht.

Het weekendje Holland begon heel leuk. We reden met Tjong in zeven uur (want files) naar Nederland en daar wachtte Maartje ons op met een heerlijke prei lasagne in ons eigen en nu ook haar huis. Onze vier Hollandse dagen waren van minuut tot minuut vol gepropt met onder andere tandartsbezoek, kapperbezoek (Wout durft niet naar de Franse kapper), gemeentebezoek, de gemeente op bezoek (EINDELIJK de vergunning voor de uitbouw binnen, na anderhalf jaar bureaucratisch gezanik, hiep, hiep HOERA!), excursies naar de Albert Heijn en de HEMA, omabezoek, pizza’s eten van Mahmud, borrelen en koken met vriendinnen, ontbijten met vriendinnen (die om half acht vanuit het Hele Hoge Noorden naar het ‘nog steeds best Noordelijk gelegen’ Drenthe waren komen rijden (hulde voor jullie chica’s!), lunchen op de uni onder het genot van een thesispresentatie van mejuffrouw Heijke (die een negen (!) heeft gehaald voor haar toponderzoek) en het Fair Career Event bezoeken, wat zoals verwacht he-le-maal niets voorstelde, aangezien de drie banen die er ‘voor het oprapen lagen’ uiteraard niet voor starters waren weg gelegd. Zo’n conversatie gaat dan ongeveer zo:

Dame van de Artsen Zonder Grenzen stand: ‘Dag dames, wat kan ik voor jullie doen?’

Mirte: ‘Wij zijn op zoek naar een baan. Twee graag!’

Dame van de Artsen Zonder Grenzen stand: ‘En wat hebben jullie voor achtergrond?’

Jacomien: ‘Wij hebben Culturele Antropologie gestudeerd en daarna een tweejarige Master in International Development Studies.’

Dame van de Artsen Zonder Grenzen stand: ‘En hebben jullie al werkervaring?’

Mirte: ‘Nee, we zijn net afgestudeerd. Maar we hebben natuurlijk wel allerlei relevante stages en onderzoeken gedaan!’

Dame van de Artsen Zonder Grenzen stand: ‘Haha, sorry, maar aan startersbanen doen wij echt niet! Probeer het maar eens bij de ASN bank, die hebben misschien wel wat voor jullie.’

Jacomien & Mirte: ‘Een bank…?’

Meneer van de ASN Bank: ‘Dag dames, wat kan ik voor jullie doen?’

Mirte: ‘Wij zijn op zoek naar een baan. Twee graag!’

Meneer van de ASN Bank: ‘En wat hebben jullie voor achtergrond?’

Jacomien: ‘Euh, wij hebben Culturele Antropologie gestudeerd en daarna een tweejarige Master in International Development Studies.’

Meneer van de ASN Bank: ‘Euhm, euh, oké… En euh, wat wilden jullie precies hier gaan doen?’

Mirte: ‘Nou, de mevrouw van Artsen Zonder Grenzen doet niet aan startersbanen, maar ze zei dat u er wel een aantal had. En u bent toch een hele verantwoorde bank, groen en zo?

Meneer van de ASN Bank: ‘Euh, ja…’

Jacomien: ‘Of bent u soms toch gewoon op zoek naar mensen die economie hebben gestudeerd?’

Meneer van de ASN Bank: ‘Ja, euh, ja, daar gaat onze voorkeur wel naar uit geloof ik.’

En toen we eindelijk een standje hadden gevonden met heeeeel veel starters-functies bleken ze allemaal ‘oh-zo-interessant’, want: ‘Je mag de functie naar eigen goeddunken invullen’ (Lees: Deze functies hebben we gister op de vrijdagmiddagborrel verzonnen), maar onbetaald.

Lang leve het Fair Career Event!!

En verder deden we een hele boel Sinterklaasinkopen en natuurlijk werden de festiviteiten rondom Wout’s 27e verjaardag uitgebreid gevierd. De borrel die we ter ere van zijn verjaardag gaven, was erg geslaagd!

Kusjes in de kroeg!

Ook Jacomien die ik al tien maanden (!!) niet meer had gezien, had het erg naar haar zin! Het is maar goed dat Roy vorige week weer thuis gekomen is , haha! ; )

Zaterdagavond dus een heerlijk diner bij Wout’s ouders in Wageningen, waar Opa en Liedje ook van de partij waren en toen kwam dat afschuwelijke nieuws. Ja’ara had haar navelstreng drie keer om haar voetje gedraaid waardoor de toevoer van bloed was afgekneld.

We hebben zondag een nieuwe vlucht geboekt en zijn met een auto vol INSEAD-lifters terug naar Frankrijk gereden. Maandagochtend heb ik nog een verjaardagsontbijtje voor Wout gemaakt en daarna heeft hij me op de trein gezet richting Charles de Gaulle.

Jarige Job op de vroege ochtend...

Nadat ik alle Franse vliegveld-logica had ontcijfert, mijn Arabische paspoortstempels had verklaard en mijn handbagage nog eens extra doorsnuffelt was, mocht ik mijn plekje innemen in het vliegtuig naast meneer Meyer. Een vlieg- en een treinreis later werd ik opgehaald door Merijn en Shirly’s zusje Reut. Het was te laat om meteen naar het ziekenhuis te gaan en dus reden we naar het huis van Shirly haar moeder om daar te proberen wat te slapen. Om half zeven ’s ochtends belde Joppe al. We konden komen.

Ik geloof dat ik niet eens echt hoefde te huilen toen ik Joppe en Shirly zag. Het was gek om twee dagen later binnen te komen. Er was al zo veel gebeurd. Shirly’s familie en vriendinnen waren er vanaf de eerste minuut bij. Zij zijn direct naar het ziekenhuis gekomen toen ze hoorden dat het kindje niet meer leefde, hebben met Joppe en Shirly gewacht tot de weeën zouden komen, hebben Joppe ondersteund toen Shirly toch een keizersnede moest ondergaan en waren er toen Shirly uit de operatie kwam. Wij niet. Wij waren er pas toen dit alles achter de rug was en Shirly op de herstelafdeling lag bij te komen. En dus moesten we nog helemaal bijgepraat worden over wat er gebeurd was, wanneer, hoe dit zat en dat zat, of dit al geregeld was of dat. En hoe we haar naam uit moesten spreken, zelfs dat wist ik nog niet op het moment dat ik dat ziekenhuis is stapte. Ik denk dat ik voor mijn hele familie kan spreken als ik zeg dat dat best moeilijk voor ons was.

Hoewel we Israël allemaal toch wel een beetje kennen nu, en we heus wel wat verschillen tussen onze cultuur en die in dit land zien, is Israël over het algemeen behoorlijk Europees. Maar als het op dood en rouwen aankomt, blijken er ineens wel heel grote verschillen te zijn. In de Joodse traditie, begraaft men overledenen binnen 24 uur, liefst nog sneller en zit men daarna sjiwwe (spreek uit: shiva). Dat betekent dat vrienden en familie van een overleden persoon officieel zeven dagen lang bij de familie van de overledene op de grond zitten om te rouwen. Ze praten, eten, huilen en lachen samen. Ook de seculiere Joden blijken dit dus te doen. Iets minder streng natuurlijk, maar bijna al Shirly’s vriendinnen hebben vanaf het moment dat ze van het slechte nieuws hoorden, hun werk of studie stil gelegd en hebben van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in het ziekenhuis gezeten. En als ze al thuis waren, waren ze druk met het voorbereiden van veganistische sushi, chocoladecake of soep, om die vervolgens mee te nemen voor Joppe en Shir. Echt ongelooflijk lief!

Maar dit betekende wel dat het dus altijd druk was in het kleine ziekenhuiskamertje en er om de halve minuut een mobiele telefoon afging. En dat was voor ons Hollanders best even wennen. In Nederland deel je je verdriet natuurlijk ook met familie en vrienden, maar niet 24/7 geloof ik. En toen we begrepen dat Ja’ara waarschijnlijk niet met een begrafenis begraven zou worden, omdat het in Israël niet gebruikelijk is om doodgeboren kinderen of kinderen jonger dan één maand een begrafenis te geven, was dat voor mijn ouders vooral denk ik, wel even lastig. Maar toen we zeker wisten dat ook Joppe zich hier goed bij voelde en dat Ja’ara wel een eigen grafje zou krijgen op de baby-begraafplaats van het ziekenhuis, was het goed.

Ik denk dat we het ook moeilijk vonden om niet in de positie te zijn om zelf goed voor Joppe en Shirly te zorgen. We hadden geen keuken om voor ze te koken of een auto om boodschappen te doen. We waren telkens de laatsten die begrepen dat we de kamer uit moesten omdat Shir onderzocht moest worden, laat staan dat we zelf iets konden vragen of regelen. Dat moest Joppe dan voor ons doen, terwijl hij degene was voor wie wij wilden zorgen en niet andersom! Maar ik denk dat het feit dat we er waren al heel fijn was voor Joppe en natuurlijk ook voor onszelf.

Op woensdag mochten we naar Ja’ara toe. Joppe en Shirly hadden haar direct na de geboorte vastgehouden, met haar gepraat en afscheid genomen. Joppe heeft de kraamvrouw toen ook gevraagd een paar foto’s te maken. Die had ik van te voren al gezien. Een perfect baby’tje, mijn kleine oosterse nichtje Ja’ara, een prinsesje uit 1001 nacht. Met volle lippen, een piepklein neusje en donkere krulletjes. Honingraadje betekent haar naam. Een prachtige naam voor een prachtige baby. Vooral voor mijn ouders was het goed om haar te zien, om te weten dat ze echt heeft bestaan.

Op donderdag mocht Shirly naar huis en daar waren we natuurlijk allemaal heel blij om. Het ziekenhuis was namelijk afgezien van de goede dokters (wat natuurlijk het belangrijkste is) behoorlijk smerig. De muren kwamen naar beneden, er hing een halve centimeter kalk onder de kranen, de toiletten waren vies, er vloog stof in het rond, kortom, niet een plaats waar je je schoonzusje graag achterlaat. Thuisgekomen ging het lichamelijk gezien elke dag een beetje beter met Shir. Vanwege het uitblijven van borstvoeding, hersteld haar lichaam slomer dan anders na een bevalling. Emotioneel gaat het met ups en downs. Maar het moet gezegd dat Joppe en Shirly echt een enorm sterk koppel zijn en ik weet zeker dat ze zich er samen doorheen zullen slaan. Zoals Joppe dat zelf heel mooi zei: ‘Het leven van Ja’ara is voorbij en dat is verschrikkelijk en daar zijn we heel verdrietig om. Maar onze droom om ouders te worden is zeker niet voorbij, die is nog net zo levendig als drie weken geleden.’ En dat is waar ze het nu mee moeten doen. Het feit dat ze jong en gezond zijn (en Joppe’s belofte om Shirly vijf kinderen te geven, haha) maakt dat de toekomst er nog steeds rooskleurig uitziet. Maar hun eerste dochtertje Ja’ara zullen we nooit vergeten en er zullen nog heel wat tranen vloeien om haar voortijdige vertrek.

De rest van de week hebben we geprobeerd af en toe ook ‘leuke’ dingen te doen om onze gedachten te verzetten en gelukkig hebben we ook veel kunnen lachen samen. Het was fijn om als gezin hier te kunnen zijn, om dit samen te delen, ook al misten we Minou, Wouter, Liam en Nina natuurlijk wel heel erg.

Falafel eten in de oude stad van Akko!


Joppe & Shirly in een prachtig natuurpark in het Noorden van Israël

Aaaah!

Kraanvogels!

Is dit mijn vader!?

Nargilah roken in de oude stad van Akko!

Afgelopen dinsdag ben ik teruggevlogen. Ik was erg blij om Wouter weer te zien en het is ook goed om het normale leven (als je een jaar INSEAD normaal kunt noemen) weer op te pakken. De studenten op campus zijn ook ongelooflijk lief. Iedereen vraagt hoe het met me gaat of komt even knuffelen. Dat maakt dat ik soms wel heel hard moet vechten tegen de tranen, maar het is natuurlijk wel heel fijn dat iedereen zo mee leeft. Ik heb de eerste dagen erg veel geslapen en de feestjes nog even gelaten voor wat en was. Wel heb ik eindelijk mijn projecten bij de Humanitarian Research Group binnengehaald. Dus ik begin maandag met drie projecten waar ik een andere keer meer over vertel.

Verder heb ik Wouter vrijdag voor zijn verjaardag meegenomen voor een mini-break naar Parijs. Medegefinancierd door Wout’s jaarclub hebben we eerst lekker een hapje gegeten op een terras in Montmartre (wel onder een warmtelamp, het is hier ook koud), daarna zijn we naar een show in de Moulin Rouge gegaan (sorry jongens, maar er mochten geen foto’s gemaakt worden binnen!) wat een groot spektakel was en daarna hebben we overnacht in Hôtel Amour!

Le Moulin Rouge!

Hôtel Amour was well decorated!

Zaterdag hebben we de Conciergerie bezocht, een van de Parijse monumenten die we allebei nog niet kenden. Een oud paleis dat ten tijde van de revolutie als gevangenis in gebruik genomen werd en waar Marie Antoinette en Robespierre hun doodvonnis afwachtten. De grootst bewaard gebleven Middeleeuwse hal in Parijs zit in dit gebouw, maar was tot Wout’s grote frustratie volgepakt met een tentoonstelling over hoe de Parijse monumenten figureren in films. Ik vond dit allemaal wel leuk en heb Wout dan ook gedwongen naast mij plaats te nemen in een halve Deux Chevaux met op de achtergrond bewegend beeld zodat het lijkt alsof je rijdt. Net zoals in een filmstudio dus. Zoals jullie aan het filmpje konden zien, vond Wout dit ook heel leuk… ; )

Wout geniet van het Deux Chevaux avontuur! ; )

Zaterdagavond een champagne-feestje gehad, betaald door alle champagne-boetes die studenten krijgen als ze te laat in de les komen, in slaap vallen gedurende de les (en er een foto van wordt gemaakt als bewijs) of onzinnige opmerkingen maken.

Ritvik en Alexis (uit Wout's groep) worden fanatiek bij Champang-pong! : ) En check de trog vol champagneflessen!

Zondagvond een dinertje met Wout’s groep, met meer champagne en nargilah (vers geïmporteerd vanuit Israël) en gister weer een Le Vivier huis diner. Het begint dus allemaal weer op gang te komen hier, maar in mijn gedachten zit ik nog vaak in Israël...

Veel liefs van Mirt

Ps. Nog weer wat verloren plaatjes van de afgelopen weken:

Kunstzinnig dagje Parijs met Sarah!


Euh, hoe stuur je met zo'n beest!?

De avond van mijn eerst echte pumpkin pie!

Wout met zijn nieuwe laptoptas, gekregen van opa en de nargilah die ik voor hem uit Israël heb meegenomen! Als een kind zo blij!!